Dierenwelzijn in de melkveehouderij, Spinder uit Drachten

Dierenwelzijn in de melkveehouderij

16 januari 2019

De melkveehouderij ligt in het publieke debat regelmatig onder vuur. Zo zouden de boeren niet goed voor hun dieren zorgen en worden melkkoeien onder erbarmelijke omstandigheden gestald. Volgens Jehannes Bottema en Rudmer Hilverda van Spinder Dairy Housing Concepts berust dit imago niet op waarheid.

 

Meneer Hilverda, hoe is het met het dierenwelzijn in de Nederlandse melkveehouderij gesteld?

Hilverda: “Ik denk dat de Nederlandse melkveehouderij sterk voorop loopt op het gebied van dierenwelzijn. Dat kunnen we zien aan de gemiddelde levensduur en het lage vervangingspercentage van het melkvee. Bijna alle melkveehouders in Nederland werken generatie op generatie vol passie aan het fokken van vaarskalven tot gezonde melkkoeien. Dat geeft een doorsnee melkveehouderijbedrijf in Nederland - ook omdat het veelal familiebedrijven zijn - enorm veel voldoening en arbeidsvreugde.”

Meneer Bottema, waar komt het negatieve oordeel van veel consumenten over de huidige omstandigheden in de melkveehouderij vandaan?

Bottema: “Onder de bevolking heerst veel onbegrip over het werk en de belangen in de melkveehouderij, wat vaak terug te voeren is op verkeerde informatie of eenzijdige berichtgeving in het nieuws. Zo wordt bijvoorbeeld geschreven dat Megastallen niet verenigbaar zijn met dierenwelzijn, wat niet klopt. Megastallen worden namelijk aangepast en ingericht volgens de nieuwste inzichten. Daar hebben de koeien genoeg ruimte en er is voldoende licht en lucht.

Een andere reden voor het onbegrip komt doordat het gros van de Nederlandse consumenten geen directe band meer heeft met de melkveehouderij. Ze hebben geen familie of vrienden die het werk doen en men komt dus niet met melkveehouders in gesprek. Het is onbegrip bij de burgers over wat boeren doen en waarom zij het doen. Dit is dus kritiek van buitenstaanders terwijl het vaak niet goed onderbouwd is. Heel veel dingen lijken van afstand eenvoudig, totdat je het zelf moet uitvoeren.”

Meneer Bottema, leidt het dierenwelzijn niet onder de wens van boeren om permanent de hoogst mogelijke opbrengsten te behalen met het melkvee?

Bottema: “Het streven naar hoge opbrengsten is niet in tegenspraak met dierenwelzijn. Integendeel. Dierenwelzijn is één van de belangrijkste parameters in de zuivelindustrie. Alleen een koe die zich goed en gezond voelt, kan consequent hoge opbrengsten behalen. 

Een koe die zich goed voelt en gezond is, is een koe die past bij een gezonde bedrijfsvoering.

Daarnaast is het genezen van een ziek dier een onaangenaam en tijdrovend proces dat de bedrijfscontinuïteit enorm onder druk zet. Dierenwelzijn en productiviteit zijn dus belangen die permanent parallel lopen. Maar ik ben het er mee eens dat sommige boeren nog niet hebben begrepen dat hoogrenderende activiteiten een hoog niveau van dierenwelzijn vereist. We proberen ze actief te overtuigen door de juiste informatie te geven en producten van hoge kwaliteit aan te bieden. 


Hoe gaat Spinder om met de kritiek op melkveehouders en de zuivelindustrie?

Hilverda: “Wij bieden verschillende moderne opties qua stalinrichting die voldoen aan de nieuwe inzichten. Wij kennen de "Maatlat Duurzame Veehouderij", zitten bij de veehouders aan tafel en adviseren hen daarin. De aannemers maken het gebouw, de melkmachinefabrikanten leveren de machines en wij zorgen voor het juiste stalconcept met respect voor de bescherming en het comfort van boeren en dieren." 

Bottema: “Het voordeel van Spinder is dat wij direct contact hebben met de boeren en hun behoeftes goed begrijpen. We ontwikkelen alle stalinrichting in eigen huis en we besteden aandacht aan onze producten om de veiligheid en het comfort voor zowel de boer als de koe te vergroten. Want als de veehouder ontevreden is over de uitvoering van bepaalde activiteiten, heeft dat ook zijn weerslag op de koeien. Dus we proberen win-win situaties te creëren voor boeren en dieren met onze producten en ideeën. "