Biologische bedrijfsvoering van melkveehouder Douwe Maat medebepalend voor stalbouw- en inrichting.

Biologische bedrijfsvoering medebepalend voor stalbouw- en inrichting

12 maart 2020

Boer in beeld: Douwe Maat

Duurzaam toekomstperspectief

Met de voortzetting van het ouderlijk bedrijf maakte melkveehouder Douwe Maat duidelijke keuzes. Niet alleen bij het ontwerp en de bouw van de nieuwe stal, maar ook voor wat betreft de bedrijfsvoering. “Met 84.5 hectare grond was ons bedrijf al extensief. De stap naar een biologische bedrijfsvoering was daardoor niet erg groot en past goed bij de manier waarop wij als gezin willen boeren en sluit aan bij de veranderende maatschappij.”

Boer in beeld: Douwe Maat

Het melkvee is definitief verplaatst naar de andere kant van het dorp. Op de voormalige jongveelocatie verrees naast de jongveestal een nieuwe stal voor de melkkoeien. Zijn ouders bleven op de oude boerderij wonen. De stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij, en aan alle eisen voor het houden van biologisch vee. “De Maatlat is een fiscale regeling. De eisen vanuit het biologisch keurmerk gaan zelfs nog verder en beïnvloeden daarmee de totale bedrijfsvoering." Bij de keuze voor stalinrichting lagen de begrippen degelijk en duurzaam ten grondslag aan de keuzes.

De lay-out van de stal is goed doordacht. “Hier heb ik de afgelopen jaren al over nagedacht en in mijn hoofd steeds verder geperfectioneerd.” De stal werd gebouwd met 2+0+3 indeling en wordt door de centrale voergang in tweeën gedeeld. Er zijn twee ruime strohokken voor afkalven en ziekenboeg, een box voor de stier, een separatieruimte en 153 ligplaatsen voor de koeien. Het drie-rijige deel van de stal ligt in lijn met de melkstal en functioneert als wachtruimte. Er is gekozen voor een 2x14 stands zij-aan-zij melkstal in plaats van een melkrobot. “Omdat we biologisch boeren, lopen onze koeien van half april tot en met half oktober in de wei. Een melkgang duurt maximaal anderhalf uur waarna de dieren langs het hok met stier Sytse weer naar buiten lopen.”

Stalinrichting Melkveehouder Douwe Maat Luxwoude

Het waterbed is bijna niet kapot te krijgen

Een goede ervaring met het waterbed in de oude stal maakte de keuze voor boxbedekking gemakkelijk. Het is belangrijk dat de stalinrichting voor zowel de koe als de veehouder comfort biedt, aldus Douwe Maat. “Met een waterbed heeft de koe niet alleen een comfortabel ligbed, het gaat bovendien jaren mee, weten we uit ervaring. Het is bijna niet kapot te krijgen.”

In de oude stal stonden nog R-boxen maar nu werd bewust een zwevende ligbox gemonteerd. Geen standpalen die het ligbed onderbreken en maximale mogelijkheid voor het water om met de koe mee te bewegen. Dagelijks wordt slechts 1 zak gemalen stro gebruikt als boxstrooisel op 153 ligplaatsen bij het melkvee. “Ook over de toegepaste golfschoftboom zijn we zeer tevreden.” Douwe wijst naar een koe die net opstaat. “Ze heeft alle ruimte om op te staan en raakt de schoftboom niet. Daarnaast wordt de totale ligboxenrij er stabieler van. Een logische keuze dus.”

Waterbedden bij melkveehouder Douwe Maat


Dagelijks gemak voor een relatief lage investering

Douwe ondervindt dagelijks het bedieningsgemak van het Highline voerhek. “Als ik de koeien naar het andere gedeelte van de stal wil leiden, zet ik eerst het voerhek in dit gedeelte op slot. Zo hebben de koeien geen toegang tot het voerhek. Handig, want dan hoef ik geen koeien uit het voerhek te sturen. Ook kan ik gemakkelijk koeien vastzetten voor behandeling als dat nodig is.” Naast bedieningsgemak wordt nog de degelijke uitvoering van het vangsysteem genoemd. “Natuurlijk is een voerhek duurder dan slechts een voerbuis. Als je bedenkt dat de investering in het voerhek nog niet eens 1% van onze totale investering is, en dit vergelijkt met het dagelijks gemak, dan weet ik het wel!”

Bedieningsgemak van het Highline voerhek


Nog wat laatste puntjes op de i in de melkveestal en daarna wordt het erf aangepakt. Ook moeten er nog een werktuigenberging en sleufsilo’s worden gebouwd. In de verdere toekomst zal worden gekeken naar de energievoorziening van het bedrijf. De nieuwe melkstal is niet op de gasleiding aangesloten. Energie wordt bespaard met een voorkoeler, frequentie sturing op de vacuümpomp en led verlichting. Warm water wordt met een warmte-terugwininstallatie en zonneboiler verzorgd. ”Als we in de toekomst met zonnepanelen of een windmolen ook onze eigen elektriciteit kunnen opwekken dan maken we grote stappen op het gebied van duurzaamheid.”